“Ik kom uit een gezin waarin iedereen een beetje gek is”, vertelt Roelie lachend. Dat ze anders is dan anderen wordt haar pas duidelijk tegen het eind van de middelbare school. Jarenlang behaalt ze goede cijfers, maar met het schrijven van haar profielwerkstuk loopt ze tegen de lamp: “Ik had geen idee wat de bedoeling was. Duidelijkheid en begeleiding waren ver te zoeken. Het was een nachtmerrie.” Roelie heeft op dat moment geen idee dat ze autisme heeft. “Niemand trok aan de bel. Niemand stelde vragen. Ze lieten me maar wat ploeteren. Wonder boven wonder heb ik mijn VWO behaald.”

Theoretisch sterk

Toch geeft de ervaring een enorme deuk in haar zelfvertrouwen. Die toch al niet zo groot was: “Mijn ouders maken prachtige dingen met hun handen. Mijn vader is lasser en mijn moeder geweldig met de naaimachine. Ik had veel ideeën, maar te weinig focus om het écht te doen. Ik dacht dat ik het niet kon.” Toch ziet ze dat ze theoretisch sterk is en goed in taal. Dus schrijft ze zich in voor Engelse taal en cultuur aan de Universiteit Leiden. Het schrijven van essays gaat haar redelijk af, vooral als ze het onderwerp interessant vindt. “Maar toen die scriptie… Ik kon opeens niets meer. Het lúkte gewoon niet. Mijn begeleider probeerde me te motiveren, maar dat had geen zin. Zelf wist ik ook niet wat het probleem was. Ik bleef me afvragen: waarom kan ik dit niet?”

Zware periode

Na een jaar opnieuw proberen, en opnieuw dezelfde moeilijkheden, stopt ze noodgedwongen met haar studie. Zonder diploma en met al haar zelfvertrouwen verdwenen, gaat ze aan de slag in een magazijn. “Ik was 23 en liep de hele dag achter een rolcontainer. Het was fysiek zwaar en voor mij enorm geestdodend. Ik vond geen aansluiting met mensen. De hele dag was ik samen met mijn eigen hoofd. Vreselijk.” Na acht maanden houdt ze het niet meer vol en zit vervolgens jaren thuis. “Dat was een zware periode. Ik was ervan overtuigd dat ik nergens goed voor was.”

Diagnose: autisme

Op zevenentwintigjarige leeftijd krijgt Roelie na gesprekken met een psycholoog en psychiater haar diagnose: autisme. “Toen viel alles op z’n plek. Ik dacht: gelukkig, ik ben niet fundamenteel kapot en volwaardig nutteloos! Ik heb gewoon wat kleine aanpassingen nodig.” Ondertussen werkt ze op de kaas- en vleesafdeling van een supermarkt. Ze heeft daar gezellige collega’s, maar merkt ook dat het werk haar niet trekt: “Voor mij was dat werk erg hectisch. De hele dag werd ik tijdens het snijden van de kaas onderbroken door vragen van klanten. Ik moest continu schakelen. Erg vermoeiend.”

Solliciteren is eng

Roelie besluit actief te werken aan haar vertrouwen en zelfredzaamheid. Ze gaat op zoek naar een uitzendbureau voor mensen met autisme en komt bij AutiTalent terecht. “De begeleiding sprak me aan, want zelfstandig solliciteren vind ik moeilijk en een beetje eng. Wat is de goede balans tussen laten zie wie ik ben, en me aanpassen aan wat de werkgever wil horen? Daar kwam ik niet uit.” Na een half jaar op een grote scanklus te hebben gewerkt, voelt ze zich zelfverzekerd genoeg om bij de politie te solliciteren. Een recruiter van AutiTalent is aanwezig bij het sollicitatiegesprek. “Dat vond ik heel fijn. Zij steunde mij als ik even niet uit mijn woorden kwam, en kon duidelijk uitleggen waarom ik met sommige dingen moeite heb. Het maakte het laagdrempelig en ik kon echt mezelf laten zien.”

Heus niet alle mensen met autisme vinden sociaal contact moeilijk!

Precisiewerk

Zowel de Politie Rotterdam als Roelie zijn na het gesprek enthousiast. Ze wordt aangenomen als administratief medewerker, een baan die haar perfect past. “Ik hou ervan om alles netjes te doen. Ik voer alle informatie correct in en check een paar keer of het klopt. Dat precisiewerk wordt gewaardeerd bij de politie.” Haar nieuwe werkgever snapt ook dat Roelie met sommige dingen wat meer moeite heeft. “Ze respecteren het dat ik niet tien dingen tegelijk kan doen. Ik maak eerst iets af en begin dan pas aan de volgende klus. En om goed te functioneren heb ik duidelijkheid en stabiliteit nodig. Precies dat wat ik tijdens het schrijven van mijn scriptie miste.”

Openheid en trots

Roelie kan niet wachten tot ze begint en haar nieuwe collega’s ontmoet. Ze houdt ervan om op werk regelmatig een praatje te maken. “Heus niet alle mensen met autisme vinden sociaal contact moeilijk”, zegt ze lachend. Maar vooral is het een moment om stil te staan bij wat ze allemaal heeft bereikt. “Na zoveel jaar ellende ben ik echt blij: er is licht aan het einde van de tunnel! Ik kan eindelijk zeggen: hier ben ik goed in. Daar ben ik trots op.” Ook geeft ze nog wat advies mee aan werkgevers en mensen met autisme: “Maak van psychische kwetsbaarheden geen taboe. Creëer de ruimte om daar open over te zijn. Ik heb gemerkt dat mijn openheid ook anderen aanspoort om over hun tekortkomingen en talenten te praten. Door met elkaar in gesprek te gaan, zonder oordeel, kunnen we allemaal groeien.”

Andere verhalen